maandag 23 juni 2014

Dikke buik




Sta je dan, in het tuincentrum met zakjes met zaadjes in je handen. Welke zou je kiezen, broccoli, boontjes of toch wat meer kruiden. Naast je staat een moeder met drie kinderen die een moestuin gaan beginnen. Een van de kinderen zit me letterlijk van boven naar beneden aan te staren. Bij mijn buik blijven haar ogen hangen en ze laat hem niet meer los. ‘Ik hou erg veel van moorkoppen’ zeg ik tegen haar. Ze schrikt, maar lacht naar me. ‘Nee, zegt een ander kind, daar groeit een baby in. Onze kleuterjuf heeft dat ook, maar die is nog maar zo klein.’ Ze laat met haar handen zien hoe klein de baby in de buik van haar juf is. Ik schat het op zo’n 16 weken. Ze weten het vast nog maar net. Zo klein was mijn buik eerst ook, totdat hij langzaamaan uit schoot naar een mega formaat. Geen klein vruchtje meer in mijn buik, maar een grote man die me allerlei kwaaltjes en pijntjes geeft. Echt, voor mij vielen, afgezien van de vermoeidheid, de eerste weken ontzettend mee, maar nu zo aan het einde ben ik het helemaal zat. Ik moet nog maar even doorzetten, want hij komt vast al bijna, maar ik kan soms niet wachten. Hij zit echt met alles in de weg. En dan vindt de kleine het ook nog eens leuk om lekker tegen mijn ribben aan te trappen en zijn billetjes erin te wroeten. Je weet op een gegeven moment niet meer hoe je nou moet gaan zitten, gaan staan of moet liggen. Mensen om me heen vinden het nog knap dat ik tot nu toe, week 38, nog hardloop. Weliswaar op mijn eigen tempo, veel lager dan voorheen en veel minder ver, maar ik moet toegeven, ik voel me net weer zoals de kinderen in het tuincentrum. Hardlopen is echt een pinut vergeleken het moeten vastmaken van je veters.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten